Jan Václav Hugo Voříšek (1791–1825) was een van de belangrijkste Tsjechische vertegenwoordigers van het classicisme in Wenen. Hij werd in eerste instantie bekend als pianist en later ook als componist. Door zijn vroege dood kwam de ontwikkeling van zijn talent abrupt tot een einde. Meer informatie over zijn leven en geselecteerde bladmuziek van zijn composities vind je hier!
Voříšek vertrok in 1813 naar Wenen om rechten te gaan studeren. Hij leerde er in 1814 Ludwig van Beethoven kennen, voor wiens composities hij veel bewondering had. Andere voorname Weense vrienden van Voříšek waren onder meer de componisten Johann Nepomuk Hummel en met name Franz Schubert. Hij werd in 1822 benoemd tot hofcomponist aan het keizerlijk hof. Zijn veelbelovende carrière werd echter vroegtijdig door ziekte beëindigd. Op 34-jarige leeftijd stierf Voříšek aan tuberculose.
Het oeuvre van Voříšeks is slechts bescheiden (24 opusnummers), maar bevat werken van zeer hoge artistieke kwaliteit. Bedřich Smetana, de grondlegger van de (nationale) Tsjechische muziek vond direct aansluiting bij zijn pianowerken (impromptu’s, rapsodieën, fantasieën). Voříšeks belangrijkste werk is zijn prachtige “Symfonie in D-majeur” uit 1821 die reeds toen romantische trekjes bevatte. Hij had ook succes met zijn vocale muziek. Zijn niet zeer uitgebreide, maar voortreffelijke “Missa Solemnis in B-majeur” werd tot aan het einde van de 19e eeuw vrijwel jaarlijks uitgevoerd aan het keizerlijke hof.
voor: Piano
Bladmuziek (Urtext)
Artikelnr.: 401248