Suite for Wind Band (Score)

Score only

0 Full Score A3 - 1 Full Score - 1 Piccolo - 4 Flute I - 4 Flute II - 1 Oboe I - 1 Oboe II - 1 Bassoon I - 1 Bassoon II - 1 Clarinet Eb - 4 Clarinet I - 4 Clarinet II - 4 Clarinet III - 1 Bass Clarinet - 2 Alto Saxophone I - 2 Alto Saxophone II - 2 Tenor Saxophone - 1 Baritone Saxophone - 2 Trumpet I - 2 Trumpet II - 2 Trumpet III - 1 Horn I Eb - 1 Horn I F - 1 Horn II Eb - 1 Horn II F - 1 Horn III Eb - 1 Horn III F - 1 Horn IV Eb - 1 Horn IV F - 2 Trombone I C - 1 Trombone I Bb (TC) - 1 Trombone I Bb (BC) - 2 Trombone II C - 1 Trombone II Bb (TC) - 1 Trombone II Bb (BC) - 2 Trombone III C - 1 Trombone III Bb (TC) - 1 Trombone III Bb (BC) - 2 Baritone C - 2 Baritone Bb (BC) - 2 Baritone Bb (TC) - 2 Baritone II C - 2 Baritone II Bb (BC) - 2 Baritone II Bb (TC) - 2 Bas Bb (TC) - 2 Bas Bb (BC) - 2 Bas Eb (TC) - 2 Bas Eb (BC) - 4 Tuba C - 1 Stringbass - 2 Percussion I - 2 Percussion II - 1 Timpani

De ‘Suite voor Harmonieorkest’ werd geschreven in 1962 in opdracht van het toenmalige Ministerie van O.K. en W. Vos had deze opdracht te danken aan de goede recensies welke hij had ontvangen na het schrijven van zijn ‘Concertino voor es-klarinet en harmonieorkest’. Begin 1963 voltooide hij de opdracht met als resultaat deze vierdelige suite. Vos is erin geslaagd om een brug te slaan tussen een voor die tijd moderner aandoend idioom en traditionele stijlopvattingen. Het eerste deel begint met een kort, maar spannend Largo en gaat over in een Allegro, met veel korte, afwisselende themaatjes; de ene keer lichtvoetig en speels, de ander keer breed en meer gedragen. Het korte tweede deel (Scherzando) is overwegend licht van toon en dansant. Even dreigt het onrustig en wat gejaagd te worden, maar al spoedig keert het basiskarakter weer terug. Deel drie is getekend in een prachtig pallet met kleuren. Aanvankelijk wat zoekende maar dan uitmondend in mooie melodische lijnen, rijk georkestreerd. Het deel eindigt verstild en harmonieus. Dit meesterwerk besluit met een energiek slotdeel . De fragmentarische motieven worden hier onderbroken door een mooie, maar korte cantilene, waarna het werk met een reprise van het begin van het vierde deel wordt besloten. In opdracht van Kunstfactor is de instrumentatie vakkundig herzien door Ton van Grevenbroek.