Songs from the East End

In zijn vierdelige suite "Songs from the East End" maakt Pavel Stanék gebruik van volksliederen uit zijn Boheems-Moravische vaderland om ze zelfstandig samen te stellen tot een groter klankschilderij. Het werk van Stanék heeft de neiging tot weelderige harmonie, wat de muziek een weelderig en vol karakter geeft. Fijne kamermuziekpassages en grote orkestrale tutti geven de individuele bewegingen lichtheid en spanning. In de eerste twee delen houdt hij zich min of meer aan de strofische plattegrond van de liederen. Het derde en vierde deel daarentegen zijn al een fantasie op de volksliederen, rijk aan motieven, met minder gebruikelijke harmonische wendingen en met kleurrijke orkestkleuren.

1ste deel: Appasionato De dynamische 3/4 of 6/8 beat vol passie en oostelijk temperament opent de suite. Daartussen bevindt zich een klein, rustiger gedeelte, met solistische intermezzi in de hoge houtblazers.

2e deel: Moderato maestoso Levendige, maar rustige en gevoelige melodieën door de verschillende registers, gedifferentieerde dynamiek en devotionele zang op het einde, maken dit deel zeer ontroerend.

3e deel: Andante sostenuto Talrijke veranderingen in tijd en ongebruikelijke harmonie maken al snel duidelijk dat Stanék in deze beweging afstapt van de traditionele manier van werken. De pathos Boheems-Moravië is echter duidelijk zichtbaar.

4e deel: Vivace De vrolijke, levendige Vivace combineert traditionele met moderne geluidstaal en eindigt de "Songs from the East End".